Terugblik 1e helft 2010
Er is bij met name de beursanalisten, economen en beleggers weinig over van het optimisme van begin 2010. De aandelenkoersen begonnen hoopvol en lieten in het begin van het jaar stijgingen van soms meer dan 7 à 8% zien. Maar binnen een week werd, onder hoge omzetten, de stijging van de aandelenkoersen in een negatief rendement van per saldo 2 à 3% omgezet. Bij deze correctie was duidelijk paniek waar te nemen bij de beleggers, aangezien men weer tegelijk met zijn allen door één deur naar buiten wilde. Ook de invloed van computergestuurde koop- en verkoopprogramma’s was duidelijk waar te nemen ondanks dat dit werd tegengesproken.
Particuliere en institutionele beleggers hadden weer moed gekregen door de positieve analyses van de deskundigen en gingen hun vermogen op de ‘laag’ renderende spaarrekeningen herbeleggen in aandelen, bedrijfsobligaties en vastgoed die een duidelijk hoger rendement zouden realiseren bij een laag risico. Hier en daar werd door ons ook gesignaleerd dat marktpartijen in hun angst om de boot te missen (hebzucht) meer risico namen dan goed voor ze was om de geleden verliezen van 2007 en 2008 weer geforceerd goed te maken.
Met uitzondering van zogenaamde ‘veilige haven beleggingen’ (Staatsleningen Nederland, Duitsland en Amerika) zijn er tot nu toe wederom aanzienlijke verliezen geleden door de obligatiebeleggers, waarbij vooral de extreme koersdalingen van de Staatsleningen van de Zuid Europese landen zorgden voor forse verliezen van soms meer dan 30% terwijl ook de bedrijfsobligaties wederom verliezen lieten zien van ca. 20%. Het was zelfs noodzakelijk dat er een Europees reddingsplan werd opgezet om het EU-land Griekenland te voorzien van extra leningen. Dit omdat de markt de mening was toegedaan dat Griekenland failliet zou gaan en zelf niet meer bereid was de Grieken, ondanks 10% rente, nog geld te lenen.